Laatste update: 26 oktober 2017
Home Relevant 2017 | Programma 2017 | Presentaties 2017 | Terugblik 2017 | Congresbundel 2017
Jeroen Eskens, Antea Group Nederland
Externe veiligheid met betrekking tot windenergie is geen standaardmaterie voor de EV-specialist. De presentaties tijdens de afgelopen jaren laten zien dat er vele vragen te beantwoorden zijn. Tijdens deze sessie wordt hiertoe de mogelijkheid voor geboden.
Daarnaast kunnen de deelnemers kiezen uit behandeling van een of meer van de volgende thema’s:
Yasmijn van der Knaap, RIVM
Deze infosessie licht een tipje van de sluier van SAFETI-nl 8.0. Het model wordt getoond en verschillen met voorgaande versies worden besproken.
Marco van den Berg, DCMR Milieudienst Rijnmond
Richard Hoogerwerf, DCMR Milieudienst Rijnmond
Bij PGS 33.1 LNG tankstations is alles een klein beetje anders. Het koude aardgas is als vloeistof opgeslagen. De installatie heeft vele veiligheidsvoorzieningen. Het tankstation is onbemand en wordt van afstand bediend. Bij een incident komt de lokale brandweer.
Voor de beste respons moeten al deze nieuwigheden beoefend worden. Experimenten op zich!
Deze sessie zit al vol.
Lilian Weeda, Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
Rees Hennekam, Omgevingsdienst West-Holland
Met de komst van de Omgevingswet wijzigt de rol van de EV-adviseur bij ruimtelijke vraagstukken. De advisering zal verschuiven van meer sectoraal zoals nu het geval is, naar meer integraal in samenhang met andere (milieu)aspecten.
De volgende vragen zijn hierbij van belang:
Genomimeerden Thijs Bijl, Eefje van Empel, Jeroen Gemser, Aron Honing, Konrad Lüftner, Jasper Pott, Ilona de Ruijter, Martin Stekelenburg, Jordi ten Velde, Charlotte Walther, Nick Warmelink en Kevin Wijnen
Onder leiding van
Stef van der Zee, Oostkracht10 / Ontwerp Veilige Omgeving
Rob van der Velden, Atelier Dutch
Het netwerk Ontwerp Veilige Omgeving heeft dit jaar de primeur met de wedstrijd ‘Ontwerp veilige omgeving’. Teams van professionals strijden met elkaar voor het maken van een veilig ontwerp voor het gebied Stadsentree in de gemeente Deventer. In deze sessie presenteren de drie genomineerde kandidaten voor de eindprijs hun ontwerp. Deelnemers aan de sessie krijgen een unieke inkijk in de wijze waarop diverse teams een inspirerend ontwerp voor een gebied hebben gemaakt, rekening houdend met de ambities van de gemeente en de aanwezige veiligheidsrisico’s (waterveiligheid, omgevingsveiligheid en sociale veiligheid). Aan het eind van het Relevant-congres zal de jury de winnaar van de prijsvraag bekend maken.
Astrid van Schaijk, Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Sander van den Hoogen, Veiligheidregio Gelderland-Zuid
Een veilige en gezonde leefomgeving bereik je samen. Op de thema’s externe veiligheid en brandveiligheid wordt uiteraard al geadviseerd. Maar wat zijn de mogelijkheden voor advisering over thema’s zoals natuurbrand, luchtkwaliteit, hoogwater en dierziekten? Welke aspecten en welke externe partners spelen daarbij een rol? In deze workshop ga je onder begeleiding van de veiligheidsregio’s Gelderland-Zuid en Gelderland-Midden, je blik verruimen en daar een praktische invulling aan geven.
Tamara Borkovska, Inspectie Leefomgeving en Transport
Op diverse plekken in Nederland bevinden zich buisleidingen voor chemische stoffen, zoals ethyleenoxide, CO2 en waterstof, waaronder in de buisleidingstraten. Sinds 2014 vallen deze onder het Besluit externe veiligheid buisleidingen en houdt de Inspectie Leefomgeving en Transport toezicht op de regels. Wat heeft drie jaar inspectie opgeleverd? Deze sessie geeft niet alleen inzicht in de resultaten en aandachtspunten, maar ook in het belang van de inspecties voor de veiligheid in Nederland. Veilig transport van chemische stoffen, hoewel ondergronds en daardoor niet zichtbaar, is immers cruciaal.
Sabine van Paassen, Royal HaskoningDHV
Rens Bolkestein, Brolyn Bedrijfsadvies
Aan de vergunningverlening van complexe inrichtingen, zoals Brzo-inrichtingen, gaan vaak intensieve en langdurige trajecten vooraf. Het bevoegd gezag stelt steeds meer aanvullende en gedetailleerde vragen, het bedrijf ervaart dit vaak als overbodig, niet echt relevant voor het werkelijke risico. Dit leidt aan beide zijden tot frustraties. Wat mag het bevoegd gezag van een complex bedrijf redelijkerwijs vragen? En omgekeerd, wat kan het bedrijf van het bevoegd gezag verwachten? Aan de hand van concrete praktijkvoorbeelden worden de deelnemers meegenomen in de denkwijze van zowel het bevoegd gezag als de bedrijven. Ook komen suggesties op tafel om deze complexe trajecten te optimaliseren.
Jakko van Kampen, RIVM
Patrick Heezen, RIVM
Arbeidsveiligheid en omgevingsveiligheid: twee verschillende aandachtsvelden met zeer veel overeenkomsten… als broer en zus! Gescheiden door het hek van de inrichting, treffen arbeids- en omgevingsveiligheid elkaar bij ongevallen met gevaarlijke stoffen. De workshop gaat in op deze interessante relatie.
Edward Geus, RIVM
Marcel de Haan, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Eric van Vessem, Ashland
John Bervaes, Ashland
Sinds 2015 moeten BRZO-bedrijven aandacht besteden aan ageing van hun installaties. Dat is op zich geen nieuw fenomeen, maar het biedt misschien wel aangrijpingspunten om op een andere manier naar installaties te kijken. Zowel de BRZO-bedrijven als de BRZO-inspectiediensten zijn hiermee aan de slag gegaan. Wat zijn de eerste ervaringen? Welke beelden hebben bedrijven en overheden van het begrip ‘ageing’ en komen deze overeen? Wat kunnen we van elkaar leren? Wanneer kan objectief worden beoordeeld dat een bedrijf ageing van hun installaties goed beheerst?
Henk Jan Manuel, RIVM
Karen van Tol, Royal HaskoningDHV
Er zijn verschillende manieren om te leren van ongevallen. Vaak wordt gekeken de veiligheid te verbeteren dor te kijken naar hetgeen fout ging in het verleden. Een andere invalshoek is kijken naar wat er goed ging en proberen dát te versterken. Hoe pak je beide zaken aan in de praktijk? Deze workshop gaat in op de factoren die een rol speelden bij ongevallen en de mogelijke succesfactoren om die te voorkomen. Dit gebeurt in twee groepen, waarop discussie volgt.
Nils Rosmuller, Instituut Fysieke Veiligheid (IFV)
Nancy Oberijé, Instituut Fysieke Veiligheid (IFV)
Veiligheidsregio’s zijn op dit moment druk bezig zich voor te bereiden op de komst van de Omgevingswet. In deze sessie krijgt u informatie over de richting die veiligheidsregio’s op dit terrein uitgaan. Rondom het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn bijvoorbeeld veel zaken bovenregionaal geregeld. Dit betekent dat het moeilijk is voor veiligheidsregio’s en andere lokale veiligheidspartners om daar lokaal nog invloed op uit te oefenen. De sessie verkent met de deelnemers de (on)mogelijkheden om samen met lokale partners invloed uit te oefenen op gemeente- en op regiogrensoverschrijdende veiligheidskwesties rondom het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Deze sessie zit al vol.
Dirk Jan de Boer, Oostkracht10 / Ontwerp Veilige Omgeving
Jeroen Neuvel, RIVM
Manon Vaal, Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden
Frederik Stouten, Gemeente Overbetuwe
De Omgevingswet vraagt om een verschuiving van sectorale naar integrale belangen. Het sectorale belang omgevingsveiligheid moet dan een plek krijgen in bijvoorbeeld de leefomgevingskwaliteit of duurzaamheid. Verliest het ‘omgevingsveiligheidsbelang’ het dan niet heel snel van thema’s als geluid en luchtkwaliteit? Binnen de provincie Gelderland is een pilot uitgevoerd om voor een beperkt gebied op een integrale wijze veiligheid te positioneren. Samen met partijen als de GGD, veiligheidsregio, waterschap, gemeente, provincie, RIVM en gemeentelijke bestuurders is ‘geoefend’ met het integraal ‘veilig’ ontwerpen van een gebied. In de sessie wordt met de deelnemers deze oefening uitgevoerd. Daarnaast krijgt u een inkijkje in de resultaten van de pilot in Gelderland.
Aart de Boon, Boon-us Coaching
De Minister van IenM geeft terecht aan dat de grootste veranderingen van de Omgevingswet betrekking hebben op cultuur, houding en gedrag. Dat is mooi gezegd, maar wat houdt dit in?
Deze sessie zal inhoud geven aan de verwachte veranderingen en de gevolgen voor organisaties en medewerkers. Naast het concreet benoemen van de veranderingen en de gevolgen, wordt aangeven wat nodig is om hieraan inhoud te geven. Belangrijke vragen hierbij zijn: wat betekent de Omgevingswet voor mij en wat wordt van mij verlangd?
De sessie sluit aan op de doelen van de Omgevingswet, de instrumenten en het mengpaneel van de uitvoeringsbesluiten, inclusief het aspect veiligheid. Aan het einde van de sessie wordt ook ingegaan op de succesfactoren voor het doorvoeren van de met elkaar benoemde veranderingen.
Sylvia Versluis-Verhagen, RIVM
Arjan Boxman, RIVM
De workshop richt zich op de inhoudelijke uitwerking van het RIVM Handboek omgevingsveiligheid. Aan de hand van een casus bespreken de deelnemers in 5-tallen zowel het inhoudelijke deel van het handboek als de toepassing ervan in de praktijk van het omgevingsveiligheidsbeleid. Bij de bespreking van de casus wordt gebruik gemaakt van de ervaringen die zijn opgedaan bij recente pilots.
Esther Broeren, Element Advocaten
Christiaan Soer, Royal HaskoningDHV
Deelnemers worden aan de hand van praktijkvoorbeelden en recente uitspraken bijgepraat over de rechtspraak op het gebied van externe veiligheid. Onderwerpen van gesprek zijn onder meer LPG-tankstations, (beperkt) kwetsbare objecten, veiligheidscontouren, borgen van EV-maatregelen en het relativiteitsvereiste. Aansluitend is er ruimte voor discussie en het stellen van vragen.
Mijntje Pikaar, Peutz
Paula Bohlander, NEN
Wanneer is een situatie gelijkwaardig? Is PGS 15 praktisch genoeg? Op basis van diverse praktijksituaties en geaccepteerd maatwerk worden aspecten van een gelijkwaardig brandveiligheidsniveau besproken en toegelicht.
De afgelopen jaren is er sprake van verscherpt toezicht op de praktische uitvoering van brandcompartimenten zoals bedoeld in PGS 15. Een brandcompartiment volgens PGS 15 kent aanvullende eisen ten aanzien van een compartiment als gedefinieerd in het Bouwbesluit.
Buiten het feit dat een doorvoer niet goed is afgewerkt of het dak van het naastgelegen brandcompartiment bij brand wordt meegetrokken, kan ook het feit van verscherpte normen en richtlijnen (denk hierbij aan NEN 6068) een knelpunt vormen. Het klakkeloos verwijzen in een nieuwe vergunning naar een nieuwe versie van PGS 15 kan betekenen dat een bestaande opslagvoorziening ineens niet meer voldoet. Maar ook in het kader van afstanden of stoffenscheiding kan gelijkwaardigheid op het gebied van brandveiligheid worden onderbouwd.
In een afsluitende discussie wordt besproken hoe PGS 15 kan verbeteren om de toepassing in de praktijk gemakkelijker te maken. Ligt de oplossing in het ontwikkeling van een digitale tool?
Arie-Jan Arbouw, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Tonia Nagtegaal, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
De Omgevingswet wil ontwikkelingen mogelijk maken. Van ‘het kan niet’ naar ‘zo kan het wel’. Dit betekent dat partijen met elkaar in gesprek moeten om samen tot een oplossing te komen. Denk aan de initiatiefnemer, bedrijven, blije of juist bezorgde burgers, veiligheidsregio’s, omgevingsdiensten, waterschappen, de GGD, de cultuurhistorische vereniging en Staatsbosbeheer. Er zit ook spanning tussen economische belangen, de woningbouwopgave, veiligheid, infrastructuur, verkeer en gezondheid.
Maar hoe werkt dat nou? Hoe ga je van toetsen achteraf naar meedenken aan het begin van het proces? Welke vaardigheden en afspraken zijn daar voor nodig? Wordt het een strijd tussen de verschillende belangen of "komen we er samen wel uit?" In deze actieve sessie wordt aan de hand van voorbeelden ingegaan op de cultuurverandering en de gesprekstafels die er straks zullen zijn.
Jeroen Eskens, Antea Group Nederland
Susan Eggink-Eilander, Antea Group Nederland
Omgevingsveiligheid is geen rekentool, handleiding of toverboek. Omgevingsveiligheid is ook niet tastbaar, hoorbaar of zichtbaar. Wanneer we het begrip beschouwen als een diamant, dan zien we veel facetten. Onderwerpen die allemaal bijdragen aan veiligheid. Sommige zijn abstract, andere zijn concreet. Sommige zijn procesmatig, andere uitvoerend.
Bouwkundige maatregelen zijn concreet. Echter, het vinden van de juiste materialen voor een specifieke situatie blijkt een grote uitdaging. En zo zijn bouwkundige maatregelen dus ook abstract.
Kwaliteit komt samen in de details van de uitvoering. Dit gaat verder dan bouwtechniek. Het vraagt kennis, kunde en het accepteren van beperkingen van zowel de kant van de leveranciers als de bouwers. Dit geldt zeker wanneer het gaat om beschikbaarheid van passende materialen waarbij de toetsende instanties moeten oordelen over oplossingen die niet certificeerbaar zijn.
Deze lezing neemt u mee langs de mogelijkheden, de beperkingen en de uitdagingen van bouwkundige maatregelen.
Monique Berrevoets, Antea Group Nederland
Vincent van der Vlies, Berenschot
Sinds twee jaar is het Basisnet operationeel. Hoe robuust is het net in de praktijk? Wat werkt goed en wat kan beter? Wat leren wij van twee jaar Basisnet?
De sessie wordt verzorgd door de kennistafel Basisnet.
Erik ter Avest, RVO - Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Folkert van der Meulen, NPAL - Noordelijke ProductiviteitsAlliantie
Charles Tangerman, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Beleid wint aan effectiviteit indien het niet alleen op normen en handhaving is gebaseerd, maar ook op eigen initiatief en samenwerking. Het is dan ook van belang om inspanningen van het bedrijfsleven gericht op het verbeteren van de veiligheidscultuur en –prestaties te stimuleren. Om die reden is de subsidieregeling Versterking Omgevingsveiligheid BRZO-sector opgezet. De informatiesessie gaat in op achtergrond, aanleiding en beleidsoverwegingen van de regeling. Verder is er aandacht voor de uitvoering, waarbij ook ervaringen tot dusver worden betrokken.
Menno de Jonge, Veiligheidsregio Groningen
Michel Baars, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Het doel van de Omgevingswet is het bereiken van een gezonde en veilige leefomgeving. De veiligheidsregio’s vinden het belangrijk dat hier in de omgevingsvisie al aandacht voor is en hebben daarom ‘kernwaarden voor een veilig leefomgeving’ opgesteld. Deze kernwaarden moeten gemeenten en provincies helpen bij het ontwikkelen van een integrale omgevingsvisie, waar dus ook aandacht is voor veiligheid en gezondheid. Deze sessie presenteert de uitkomsten.
Jan-Willem Wesselink, Future City Foundation
Barry van 't Padje, Brandweer Amsterdam-Amstelland
Onze steden veranderen momenteel in rap tempo in ‘smart cities’. Steeds meer onderdelen van de stad genereren data die kan worden gebruikt om plannen te maken, te verbeteren en uit te voeren. Binnen de ‘smart city’ is immers alles met elkaar verbonden. Dat genereert grote kansen voor omgevingsveiligheid. Via internet zijn veel preciezer veiligheidscontouren te plannen, terwijl bij een incident veel nauwkeuriger kan worden ingegrepen.
Tijdens deze sessie leert u hoe u door middel van big data en internet de omgevingsveiligheid kunt verbeteren. Daarnaast krijgt u een beeld van de ontwikkelingen en de mogelijke toekomstscenario’s, met veel ruimte voor discussie. Daarbij is er ook aandacht voor wat er kan en wat mogelijk zou moeten zijn.
Jan-Willem van Wijngen, DPA
Koen van der Nat, Peutz
Wet- en regelgeving stelt diverse eisen aan het bouwen nabij risicobronnen om te komen tot een ‘veilige’ situatie. Met de introductie van ‘plasbrand’-aandachtsgebieden schuift een afweging omtrent het veilig bouwen deels op naar de concrete bouwaanvraag. Dit betekent dat er dan vaak een verkenning nodig is naar de mogelijkheden om op een andere manier een gelijkwaardig veiligheidsniveau te realiseren. Waar liggen hier de grenzen? Aan de hand van enkele praktijkcasussen wordt inzicht gegeven in de dilemma's die hierbij een rol spelen. Ook wordt ingegaan op de toekomstige mogelijkheden voor het onderbouwen van gelijkwaardigheid.