Editie 2017 van de Dag van de Omgevingswet is uitgemond in een klinkend succes: een hoge opkomst, goede sprekers, een uitstekende ambiance en een programma dat op vrijwel alle aspecten van de nieuwe wet verdieping bood. De vele bezoekers toonden zich zichtbaar enthousiast over het programma.
Op donderdag 5 oktober woonden ruim driehonderd deskundigen de zesde editie van de Dag van de Omgevingswet bij. Deze vond op initiatief van de VVM in samenwerking met diverse partners plaats in het Provinciehuis Utrecht. Gedeputeerde Mirjam Maasdam toonde zich zichtbaar onder de indruk van de uitpuilende Statenzaal. “Dit heb ik nog niet eerder meegemaakt. Heel mooi om te zien.”
Maasdam vindt de Omgevingswet spannend en uitdagend. “Als provincie krijgen we nieuwe instrumenten in handen om de leefomgeving samenhangend in te richten. Deels zal dat moeten gebeuren door leren te doen en dus fouten durven te maken.” Bij het vormgeven van dit proces wil de provincie intensief optrekken met gemeenten en andere partijen.”De provincie is in het kader van de visie inmiddels gestart met het opzetten van een participatieaanpak. “Doel is te komen tot een visie tot 2050 hoe Utrecht er dan uit kan zien. We gaan heel kort cyclisch werken om de visie op papier te krijgen. Op deze manier hopen we tot oplossingen te komen waarin iedereen zich herkend en erkend voelt.” Van belang is volgens de gedeputeerde om veel minder van bovenaf normen te gaan stellen. “Het doel moet voorop staan, met als insteek komen tot een optimale kwaliteit van de fysieke leefomgeving.”
Rosemarie Bastianen (Directeur Eenvoudig Beter, ministerie van IenM) en Ineke van der Hee (Directeur Programma Aan de slag met de Omgevingswet) gingen daarna nader in op de stand van zaken. Dit gebeurde in een interview door dagvoorzitter Rachel Heijne (directeur VVM). Bastianen liet weten dat de planning van de Omgevingswet opnieuw wordt bezien en dat minister Schultz de nieuwe datum van inwerkingtreding bekend zal maken . “Nu is er al een inspiratieprogramma en kunnen decentrale overheden aan de slag met de instrumenten van de Crisis- en herstelwet. Schuift de inwerkingtreding naar achteren, dan biedt dat tijd om nog meer te oefenen. Afgesproken is dat gemeenten uiterlijk in 2029 een werkend omgevingsplan moeten hebben. Die deadline staat.”
Van der Hee noemden het in dit licht goed dat heel alle overheden aan de oefentrajecten mee doen. “Om hen daarbij nog beter te ondersteunen, bieden wij diverse pilots en leertrajecten aan.. Uit de piltos omgevingsvisie blijkt onder meer dat het gemeenten helpt als de provincies vaart zetten achter het opstellen van hun omgevingsvisies.” Zelf komt het Rijk waarschijnlijk in de loop van 2018 met de Nationale Omgevingsvisie. “Dat helpt decentrale overheden ook”, aldus Van der Hee. Zij wees verder op het Informatiepunt Omgevingswet, waar iedereen terecht met vragen en informatie over de wet. En het programma ontwikkelt handige producten. “We ontwikkelen staalkaarten voor omgevingsplannen. Een mooi hulpmiddel is ook de Inspiratiegids Participatie. De wet schrijft niet voor hóe je de participatie moet vormgeven. Daarom is er veel behoefte aan praktische informatie over hoe je met participatie aan de slag kunt gaan.” Zij riep op bij vragen niet te aarzelen om contact te zoeken. “Wij kunnen dan ondersteuning organiseren.”
“Ga direct aan de slag met de energietransitie en wacht de Omgevingswet niet af. Decentrale overheden beschikken over een ruim assortiment aan instrumenten om nu al meters te maken. Dat is heel hard nodig.” Aldus luidde het heldere advies van Ed Nijpels aan de deelnemers van de Dag van de Omgevingswet 2017. Nijpels, voorzitter van de SER-commissie Borging Energieakkoord, was uitgenodigd om in te gaan op de kansen die de Omgevingswet biedt voor het versnellen van de energietransitie. Die ziet hij zeker, maar daar wil hij niet op wachten. Nijpels riep zijn publiek op niet te lichtzinnig te denken over de energieopgave. “Neem alleen al het energieneutraal maken van onze gehele gebouwde omgeving. Willen we dit doel voor 2050 halen, dan moeten we duizend gebouwen per dag oppakken.” Hij illustreerde zijn woorden met een kaart van Nederland met daarin ingetekend de ruimtelijke gevolgen van alle vormen van duurzame energieopwekking. “U ziet, ons land staat compleet vol. Daar moet je dus goed over nadenken in de omgevingsvisies.”
Gezien de urgentie én omvang van de opgave riep Nijpels op niet op de Omgevingswet te wachten. “U krijgt straks te maken met één van de mooiste wetten ooit. Wacht daar echter niet op. Ga per direct aan de slag met regionale energieplannen. Gebruik maximaal wat er nu ligt. U barst al van de instrumenten. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om op tien punten af te wijken. Ten behoeve van de transitie moet u inzetten op alles wat in uw vermogen ligt.”
Jan de Graaf