Laatste update: 1 september
Koos Seerden , Rho Adviseurs
Robert Forkink , Antea Group
Martha Bleeker , Mees Ruimte en Milieu
Nadat (binnenstedelijke) bedrijventerreinen jaren vooral als gewilde woninglocaties werden gezien en de voorraad bedrijventerreinen gestaag afnam, is nu het besef doorgedrongen dat we niet alleen zuinig moeten zijn op wat we aan werklocaties bouwjaren hebben, maar dat er ook meer ruimte nodig zal zijn en dat we de beschikbare ruimte beter zullen moeten benutten.
De basis daarvoor ligt in de ruimtelijke ordening en dus de toepassing van de Omgevingswet. Koos Seerden en Robert Forkink zijn de auteurs van de handreiking Ruimte voor Economie en Omgevingswet. Zij werken momenteel aan een aantal projecten waarbij zij het instrumentarium van de Omgevingswet zo optimaal mogelijk gebruiken om te zorgen voor voldoende en goede ruimte voor werklocaties. Zij delen de aanpak uit de handreiking en de ervaring in projecten.
Esther Poot , Gemeente Leiden
Thomas van den Hoorn , Gemeente Putten
Jos Dolstra , Arena Consulting
Gemeenten bereiden zich in de transitiefase voor op het omvormen van het omgevingsplan van rechtswege naar het omgevingsplan zoals dat in 2032 moet voldoen aan de Omgevingswet. Esther Poot van de gemeente Leiden en Thomas van den Hoorn van de gemeente Putten delen in deze sessie de aanpak en ervaringen van beide gemeenten en gaan onderling en met de deelnemers in gesprek.
Chris Boeije , Capgemini, Provero
Joyce de Jong , Geonovum, voorzitter Provero
Hoe functioneert het Omgevingswetstelsel een kleine twee jaar na invoering? Wat werkt in de praktijk, en wat niet? Wat zijn de spelregels om deze keten te laten werken? Welke voorbeelden zijn er waarin we dit terugzien? En welke rol speelt u daar zélf in? De Omgevingswet is een stelsel in beweging met vele spelers. Gemeenten, provincies, waterschappen, bedrijfsleven, omgevingsdiensten, het Rijk en de vele andere stelselpartners hebben ieder hun eigen opgave en verantwoordelijkheid. Dat maakt het systeem democratisch, maar ook complex. Hoe houden we koers als alles continu verandert? Denk aan een gyroscoop: een instrument dat juist door beweging stabiel blijft. Zo werkt het ook in ons stelsel: door samenwerking en continue afstemming houden we richting naar het Omgevingswet doel, ondanks dynamiek en onzekerheid.
Na 10 jaar leiderschap in het DSO system team, kent Chris Boeije kent als geen ander de werking van het stelsel. Hij neemt ons mee in praktische voorbeelden om de keten te laten werken. We bespreken de successen (93% first-time-right) én valkuilen, en kijken hoe we samen koers houden in een stelsel dat continu in beweging is—net als een gyroscoop.
Deze breakout is gericht op iedereen die de doelen van de Omgevingswet in het vizier heeft en nastreeft. Beleidsambtenaren, juristen, planologen, regelanalisten en vergunningverleners die vanuit een brede blik willen begrijpen hoe het stelsel werkt en hoe hij/zij daar zelf invloed op kan uitoefenen. Want systeemleiderschap is onmisbaar: het vermogen om te leiden zonder formele macht, te handelen vanuit het geheel, condities te creëren voor samenwerking en diversiteit te benutten. Het vraagt om vertrouwen, transparantie en ruimte voor experimenten en leren. Niet alleen optimaliseren, maar ook vernieuwen. Deze inspirerende sessie, aangeboden en gehost door Provero, geeft daar concrete handvaten voor.
Meer info volgt.
Margriet Achtereekte , Gemeemte Deventer
Else Sneller , Gemeente Deventer
Deventer heeft sinds 2019 een omgevingsvisie, die actief gebruikt wordt om aan de interne omgevingstafel de wenselijkheid van initiatieven die niet binnen het omgevingsplan passen, te kunnen bepalen. Ondertussen wordt ook hard gewerkt aan een nieuwe omgevingsvisie, die voldoet aan de eisen die de Omgevingswet eraan stelt, en beleidsmatige wensen en ontwikkelingen in de gemeente een plek geeft.
Om ervoor te zorgen dat de omgevingsvisie ook in haar nieuwe gedaante de rol van kader voor het beoordelen van de wenselijkheid van (gebieds)ontwikkelingen en concrete initiatieven kan vervullen, is een serie botsproeven uitgevoerd.
Margriet Achtereekte (projectleider omgevingsvisie) en Else Sneller (programmamanager Omgevingswet) vertellen hoe ze dit aangepakt hebben, wat eruit gekomen is, en hoe ze hiermee omgaan. Daarnaast vertellen zij hoe ze de omgevingsvisie inzetten als verbindend element in de Deventer beleidscyclus
Sinds de invoering van de Omgevingswet en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) op 1 januari 2024 zijn de regels voor ruimtelijke projecten vereenvoudigd en gebundeld. Dit heeft het werkveld van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) echter flink veranderd. Om professionals hierin te ondersteunen, is de Roadshow Bodembescherming opgezet.
Deze roadshow, een initiatief van onder andere Rijkswaterstaat, SIKB, en ODI/VDV, reist langs omgevingsdiensten om hen te informeren over de nieuwe wet- en regelgeving. De nadruk ligt op praktische uitleg over onderwerpen zoals de zorgplicht, inspectie van vloeistofdichte vloeren en het beheer van bodembeschermende voorzieningen en voorziet in een grote behoefte aan gerichte informatie.
Speciaal voor de Dag van de Omgevingswet 2025 is er door Jordi Verkade, een van de betrokkenen bij de roadshow een op maat gemaakte versie gemaakt die ons in een uur door deze boeiende materie leidt.
Renee Weekers-Lameijer , Ministerie van BZK
Jaap Jeroen Kreeft , Provincie Zuid-Holland
In deze sessie gaan we in op de mogelijkheden van de Omgevingswet om te sturen op decentrale beleidsvorming. Aan de hand van het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting, waarmee de regie op de volkshuisvesting blijkens de minister voor VRO wordt hernomen, en enkele relevante uitspraken, geven de sprekers inzicht in de mogelijkheden om met instructieregels en instructies te sturen op beleidsvorming- en uitvoering.
Na 40 jaar werken aan water en bodem schets Gerard Blom een toekomstperspectief voor het Nederlandse landelijke gebied, met nadruk op duurzame landbouw en waterbeheer. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde de landbouw zich snel, wat leidde tot exportgroei en lage voedselprijzen, maar ook tot milieuproblemen. Voor een duurzame toekomst moeten landbouw en natuur in balans zijn, met de juiste landbouw op de juiste plek. Dit vraagt om toekomstrobuuste keuzes, waarbij water- en bodembeheer leidend zijn. Scheiding en verweving van landbouw en natuur kunnen naast elkaar bestaan, maar op verschillende plekken. Moed en leiderschap zijn nodig om moeilijke keuzes te maken en samenhangend beleid te ontwikkelen
Inge de Groot-van de Westelaken , Mijn Gemeente Dichtbij
Pol Jansen , Gemeente Altena
Baptiste Dullaart , Gemeente Gouda
Igor Hartsinck Hollaar , Gemeente Tilburg
Karina Kempkes , Bureau Herman
Jos Dolstra , Arena Consulting
Werken volgens de beleidscyclus van de Omgevingswet In de DSO leergang van de VNG is een enthousiaste groep deelnemers aan de slag gegaan met de beleidscyclus van de Omgevingswet. De Omgevingswet vraagt omn anders denken en anders doen. In deze sessie ontdek je spelenderwijs en interactief hoe de beleidscyclus werkt en hoe je gebruik kunt maken van de instrumenten van de wet met gebruikmaking van de beleidscyclus.
Meer info volgt.
Florian Sloots , Gemeente Veenendaal
Gerrie Fenten , Nationaal-Programma RES
Er moeten tot 2030 bijna 1 miljoen woningen gebouwd gaan worden, variërend in omvang van hele grote stedelijke ontwikkelingen, inclusief maatschappelijke voorzieningen en bedrijven, tot woonwijkjes van enkele tientallen woningen. In het hele land lopen dergelijke ruimtelijke ontwikkelingen vast door o.a. netcongestie. Er zijn al diverse voorbeelden van wijken die ontwikkeld worden zonder de nodige voorzieningen zoals een supermarkt, school of huisartsenpost, omdat individuele woningen nog wel aangesloten kunnen worden op het elektriciteitsnet maar die voorzieningen niet. Energie-experts roepen op om rekening te houden met energie bij het plannen en ontwerpen van nieuwe woonwijken. Vaak is dan de reactie: hoe dan?
De toepassing van energie in hoe we wonen, werken en verplaatsen wordt wezenlijk anders. Het nieuwe energiesysteem wordt steeds decentraler wat betekent dat nieuwe wijken vooral zelf energie moeten gaan opwekken en opslaan. En om ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk energie nodig is, moet ook zo energiezuinig mogelijk gebouwd worden. In veel bouwprocessen is dit nu nog geen issue. De verwachting is dat veel nieuwbouwplannen niet kunnen aangesloten op het elektriciteitsnetwerk maar dat ook geen rekening wordt gehouden met de ruimte die nodig is voor eigen opwek en opslag.
Deze problemen spelen zowel bij kleinschalige als bij grootschalige ontwikkelingen. Bij kleinschalige projecten gaat het vooral om de impact van keuzes die in en om het gebouw relevant zijn. Vaak grondgebonden woningen waarbij in en om de woning ruimte moet zijn voor opwek en opslag. Bij grootschalige ontwikkelingen moet niet alleen naar woningen worden gekeken maar ook naar de samenhang met maatschappelijke voorzieningen en mobiliteit (laden van auto, elektrisch OV) en de mogelijk collectieve warmtevoorzieningen.
De uitdaging voor de komende jaren zal zijn: hoe ontwikkelen we hoogwaardige, leefbare wijken met beperkte netcapaciteit? Door de vraag naar energie zo ver mogelijk te reduceren en vraag en aanbod van energie in ruimte en tijd dichter bij elkaar te brengen, kan de piekbelasting van het net rigoureus worden verminderd en kunnen er met dezelfde aansluitcapaciteit veel meer woningen en voorzieningen gerealiseerd worden. Vanuit energieperspectief bezien is dit heel logisch. Maar hoe kunnen we stedenbouwkundigen, planologen, gebiedsontwikkelaars en projectontwikkelaars helpen de ruimtelijke opgave van (decentrale) energie mee te nemen in het ontwerpen van nieuwe wijken waarbij opwek en opslag van energie integraal onderdeel zijn het ontwerp.
Inge Vrauwdeunt , Omgevingsdienst Haaglanden
Kornelis Jorna , Krea-S
Een 'gemiddelde' hovenier heeft een composthoop, tankt zijn eigen voertuigen en heeft opslag van grond, houtsnippers en vaatjes benzine. Allemaal losse milieubelastende activiteiten met eigen informatie-, meld- of vergunningplichten. Wat gebeurt er als dit bedrijf al deze activiteiten netjes regelt en als 'groene confetti' naar de overheid schiet?
In deze sessie gaan eerst in op het perspectief vanuit het bedrijf en leggen we uit welke verplichtingen er gelden. Daarna kijken we naar het perspectief van de overheid. Hoe komt dit binnen en hoe kunnen ze hier mee om gaan? Deze sessie is opgebouwd op basis van 2 jaar praktijkervaring vanuit zowel de bedrijfs- als overheidskant.